Fosfortekort treedt meestal op rondom het kalven: de koe verliest fosfor via de biest en melk en neemt rondom kalven minder voer op. Ondanks een goede eetlust gedurende de droogstand blijft de koe langer dan drie uur na afkalven liggen. Fosfortekort treedt vaak tegelijkertijd met melkziekte (calciumtekort) op. Een koe die een tekort aan fosfor heeft lijkt ook op een koe die melkziekte heeft: beide kunnen niet overeind komen. Een koe met melkziekte is echter koud, en sloom en reageert op CaMg-infuzen. Een koe met een fosfortekort is niet koud, is alert en reageert niet op deze infuzen!

Als een koe voor melkziekte wordt behandeld en daarop reageert (koe gaat staan en gaat vreten), kan de koe meestal op eigen kracht het eventuele fosfortekort opheffen. Er zijn echter koeien die na een aantal infuzen nog steeds niet kunnen staan: deze koeien moeten fosfor binnen krijgen: dit kan niet in de vorm van een infuus maar in de vorm van fosforpillen (P-pillen).